bevrijdingsfestival overijssel

Hoeveel tech is er nodig voor Bevrijdingsfestival Overijssel?

Er zijn maar weinig feestjes waar ik zo enthousiast over kan praten als deze, en wat was het ook dit jaar weer fan-tas-tisch: het Bevrijdingsfestival Overijssel. Hopelijk heb jij het ook allemaal meegemaakt, al was het maar via de livestream waar ik vorige week over schreef. Deze week een andere insteek, namelijk: hoeveel ‘tech’ is er nodig om een Bevrijdingsfestival tot stand te laten komen?

Bij het schrijven van dit artikel bleef er toch een vraag hangen van fotograaf Hans van Eijsden, want, waar begin je in vredesnaam als je wilt weten hoeveel tech er aanwezig is? Ik besloot het te houden bij de techniek voor belichting en geluid, en wellicht wat extra’s. Tijdens mijn rondleiding over het terrein werd ik gewezen op allerlei leuke weetjes waar je als ‘normale’ bezoeker niet echt bij stilstaat. Dát zou de insteek van mijn artikel worden: dingen waar je niet bij stilstaat als bezoeker, maar waar wel echt over wordt nagedacht tijdens de opbouw van zo’n Bevrijdingsfestival.

Mijn redder in nood, die zou voorkomen dat ik volledig zou verdwalen op het terrein, was Gijs Veldhuizen (medewerker NiekvanderSprong). Het eerste podium dat we bezochten, was dan ook zijn favoriet: het hoofdpodium. Heel bijzonder om dit ook eens van de andere kant te zien! Het hoofdpodium is dan ook het grootste mobiele podium van de EU en kan wel 40.000(!) kilo dragen. Omdat de mainstage dus zo groot is (de vloer is wel 22.77m x 10.35m), is er ook een heleboel techniek nodig om het gewenste resultaat te krijgen. Daarnaast heeft elke artiest weer andere eisen over belichting en geluid, waardoor weer een heleboel moet worden afgestemd. Vooral Kensington, die 5 mei afsloot, heeft een geheel eigen afgestemde show, waarvoor veel geregeld moeten worden.

Gijs vertelt over de mainstage: “Er worden verschillende soorten panelen gebruikt. Om het licht van mainstage te bedienen, wordt gebruik gemaakt van een GrandMA2: deze tafel is wat betreft kwaliteit de crème de la crème der lichttafels. Alle schermen om deze lichttafel zijn touchscreens. Leuk weetje: de tafel maakt gebruik van een eigen besturingssysteem en heeft in plaats van een ‘enter’ een ‘please’-knop, en in plaats van een ‘delete’ een ‘oops’-knop. Ook qua geluid moet er het één en ander geregeld worden. Het terrein is zo groot, dat het geluid het hele publiek niet op dezelfde snelheid bereikt. Om dit recht te trekken moeten we een ‘delay’ instellen.”

Qua geluid maken de vier grote podia gebruik van 62 subwoofers. De subwoofers van het hoofdpodium wegen gezamenlijk zo’n 2.000 kilo! Naast de subwoofers wordt er gebruik gemaakt van zo’n 100 andere speakers. Om het publiek goed mee te slepen en enthousiast te maken, zijn er gemiddeld twee rookmachines per podium aanwezig en wordt er gebruik gemaakt van zogeheten ‘blinders’. Deze belichting kan goed inspelen op de stemming van de bezoeker. Op het hoofdpodium zijn sowieso al 200 armaturen aanwezig (draagconstructies met lamphouders), waardoor verschillende lichttechnieken mogelijk gemaakt worden (denk aan stagebeam en working light).

Een ware openbaring voor mij vond plaats vlak voor het hoofdpodium. Als bezoeker ergerde ik me al jaren aan de ‘hekken’ die de ruimte voor het hoofdpodium als het ware opsplitsen in twee delen. Het terugvinden van je vrienden kan zo echt een ramp worden, wanneer zij net aan de andere kant staan. Mag je weer een heel eind gaan omlopen… Gijs vertelt: “Bij sommige bands ontstaat een ‘pit’ voor het podium. Niet goed voor de kabels! Zelfs wanneer je gebruik maakt van een simpele kabelgoot, kan zo’n pit je kabels kapot trekken, en dat kan voor problemen zorgen. Deze ‘hekken’ noemen we dan ook een ‘pit breker’. In totaal wordt er voor zo’n 10 kilometer aan kabels voor licht en geluid gebruikt, en die kabels moeten we natuurlijk wel beschermen.” Ahh, daarom dus! In het vervolg zal ik er minder over gaan mopperen 😉

De technische details vliegen mij om de oren, en ik vermoed dat er veel technici nodig zijn om zo’n festival gaande te houden. Toch blijkt dit nog mee te vallen: er zijn zo’n 20 technici voor het hoofdpodium aanwezig, en zo’n 14 bij andere podia. Meestal neemt een band zijn eigen lichttechnicus mee, omdat deze precies is afgestemd op de nummers en de vibe van de band.
Mijn prangende vraag wordt ook beantwoord: de mainstage wordt in vier dagen opgebouwd, en in twee dagen weer afgebouwd. De techniek zelf wordt in één dag opgezet. Hoe dat zo snel kan? Die eer gaat toch echt naar alle vrijwilligers. De sfeer zit er goed in en iedereen werkt hard door. Ook op 5 mei zelf zijn alle vrijwilligers, met behulp van 227 portofoons, hard aan het werk om het zo gladjes mogelijk te laten verlopen. Vrijwilligers: een grote pluim voor jullie! Zonder jullie was dit prachtige festival niet mogelijk geweest.

Zeen is a next generation WordPress theme. It’s powerful, beautifully designed and comes with everything you need to engage your visitors and increase conversions.