Ze is hoogleraar Computer Science Education aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Daarnaast heeft ze een gratis programma ontwikkeld om kinderen te leren programmeren. Daar kan ze vol enthousiasme over vertellen. Felienne Hermans is potentieel de TechGirl van de Maand. We spraken haar over haar uitvinding en de rol van vrouwen in de tech.
Dat Felienne Hermans een bijzondere vrouw is, blijkt wel uit het feit dat ze niet alleen hoogleraar is, maar ook gewoon leraar. Of nou ja, gewoon: buitengewoon dus. “Als je onderzoek naar iets doet, dan moet je er wat mij betreft ook actief mee bezig zijn. Iemand die onderzoek doet in de biologie staat ook regelmatig in het lab. Ik heb er een hekel aan als mensen vanuit de universiteit roepen: ‘kan de overheid niet dit of dat?’ Als je het zelf wil ervaren, dan moet je het echt gaan doen. Ik vind het geweldig om dingen in de praktijk te ervaren.”
Felienne Hermans
Eén ochtend in de week werkt Felienne op een middelbare school. Maar in de praktijk is ze meer met het onderwijs bezig. In 2019 Hedy ontwikkelde ze namelijk Hedy: een programmeercursus voor jongeren waarin rekening wordt gehouden met het leerproces van kinderen. “Er zijn veel scholen in Nederland die iets met programmeren doen. Hedy is gratis toegankelijk. Maar de belangrijkste gedachte achter Hedy is dat het een foutmarge heeft. Wanneer een leerling een fout maakt die niet direct met de opdracht te maken heeft, wordt het niet fout gerekend. Dat is speficiek zo ontwikkeld. Later in het programma leren ze dat stapje pas, dus ze worden niet aan het begin al afgerekend op iets dat ze eigenlijk niet konden weten.
Een computer zegt keihard ‘Error!’ en dat kan heel demotiverend werken. Dat wilde ik voorkomen. Het is veel leuker als een kind een foutje maakt en er alleen maar klinkt ‘bliep, bloep, error’ en ook alleen als het er echt toe doet.
Felienne Hermans is dagelijks met Hedy bezig. “We bieden het aan in veel verschillende mensentalen: iedere mensentaal die we toevoegen, voegt namelijk ook nieuwe problemen toe. In het Chinees zijn aanhalingstekens niet dezelfde streepjes als wij kennen. Dat moeten we dan dus technisch oplossen. Gebruikers mailen ons regelmatig, ook om te vragen of er bepaalde knopjes bij kunnen. Erg leuk om te zien dat docenten er zo enthousiast mee aan de slag gaat. En dat is ook waarom ik het zo leuk vind om het op school te geven. Leerlingen zeggen ook weleens: ‘Maar mevrouw, dit is helemaal niet duidelijk.’ Dan weet ik weer dat ik iets kan doorontwikkelen.”
Feliennes programma heeft gebruikers van over de hele wereld. “Het voordeel is dat mensen het in hun eigen taal kunnen doen: Nederlands, Urdu, Indonesisch, Arabisch, Thais… Het is ontwikkeld voor jongeren, maar volwassenen weten de tool soms ook te vinden om zelf te leren programmeren in Python. Ik kreeg laatst een mail van iemand die 73 jaar was en met Hedy was begonnen om te leren programmeren. Als je door de kinderlijkheid van de opdrachtjes heen kan kijken, dan is het heel toegankelijk. We denken er wel over hoor, om een Hedy Senior te maken voor 18+’ers.“
Hedy
Deze hoogleraar is echter een doener. Volgens Hermans kan iedereen Hedy bedenken, maar het vervolgens ook bouwen is een tweede. “Eind 2019 maakte ik een prototype en dat beviel goed. Het was één level met drie codes op een heel lelijke site, maar het is wel de basis geworden. Ik ben blij hoe het is geworden. Grote mensen kunnen er wel tegen als er foutmeldingen komen: de tech van programmeertalen is niet gemaakt om zachte, lieve, knuffelige programmeertaal aan te leren, maar nu is daar dus wel iets voor.”
Felienne Hermans weet niet goed meer waarom ze zelf als kind zo was aangetrokken tot computers of wanneer dat begon. “Ik was altijd met computers bezig. Ik was een jaar of zeven toen ik al een heel alfabet in verschillende fonts zat te maken. Geprint, aan de juf gegeven, al was zij er niet zo van onder de indruk. Toen ik acht of negen was begon ik met programmeren. Je had in die tijd ook niet zoveel anders op de computer: geen internet, geen spelletjes. Als je iets wilde, dan moest je het zelf programmeren. Ik vind het leuk om iets te bouwen, dingen te maken. Programmeren is daar de ultieme vorm van. Je kunt het eindeloos opnieuw proberen, je materialen kosten niets.”
Felienne is niet anders gewend, maar ze weet ook dat het niet voor alle jonge meiden even vanzelfsprekend is om veel met computers te kunnen doen. “Minder dan 10 procent van de informaticastudenten op universiteiten in Nederland is vrouw. Dat komt door stereotypes en die beginnen al vroeg. Je kunt wel open dagen organiseren voor meiden van 17, maar dan zijn die stereotypes allang geïnternaliseerd. Denk ook aan arme gezinnen waarin kinderen helemaal niet gewend zijn om met een computer om te gaan. Hoe eerder we kunnen laten zien hoe leuk het is: wat een goede carrière je erin kunt hebben waarin je ook nog veel geld kunt verdienen, hoe eerder we die stereotypes voor zijn.”
Sociale permissie
Ze ziet ook dat veel codeersoftware op jongens gefocust is. “De software draait vaak om zelfrijdende auto’s en robots. Het heeft ook weer met stereotypes te maken: als een jongetje ‘error’ ziet, dan gaat hij proberen uit te vogelen waarom het niet lukt. Als je als meisje al niet zo zeker bent of je iets kan of leuk vindt, en het is heel moeilijk en je krijgt dan een error kan dat heel bevestigend zijn in de onzekerheid. Ik merk ook nog steeds dat er vaders zijn die dan zeggen: “Het is ook niet echt iets voor meiden he, dat programmeren.” We zien gelukkig in de database 40 procent vrouwelijke gebruikers.”
Ik wil ze niet afschrikken met heftige foutmeldingen, robots besturen en dingen opblazen: meiden vinden dat ook leuke dingen, maar het is moeilijk om als meisje sociale permissie te krijgen om dingen op te blazen of solderen leuk te vinden. Het kan allemaal wel, maar het kost allemaal meer energie. We maken in Hedy bijvoorbeeld tekeningen: jongens vinden dat ook leuk. Je eindigt ook met een mooi geprinte tekening en dat spreekt ook meteen de ouders aan als ze het mee naar huis nemen, in plaats van een printplaatje waarbij dan soms volgt dat dat niet echt voor meiden is. Kinderen van 13, 14 en 15 jaar oud zijn zo hard op zoek naar bevestiging: het maakt ze zoveel uit of ze het gevoel hebben dat ze het juiste kiezen en daarin speelt de omgeving een grote rol.”
Felienne kan het enorm goed onder woorden brengen, maar ze heeft ook advies voor volwassen vrouwen in de tech. “Ik heb onderzoek gedaan naar de studentes op de universiteit. Wat gebeurt er in het groepswerk? Meiden worden gedirigeerd naar de niet-technische taken. Mij gebeurde dat ook. Jongens zeggen dan: doe jij maar de presentatie, ga jij maar naar de klant. Terwijl zij daar juist niet goed in zijn en dat moeten oefenen. Je wordt echt als vrouw vanaf je studietijd en in het werkveld gezien als niet zo technisch. Je moet daarom echt opletten daar niet in mee te gaan.”
Zachte taakjes
“Vrouwen zijn vaak veel gebalanceerder in hun vaardigheden. Mannen krijgen sociale permissie als ze alleen maar kunnen programmeren en verder alles stom vinden. Als je zo als vrouw doet, vinden ze je raar. Je moet hard werken om die technische dingen te mogen blijven doen en niet in een hoek te worden gedrukt. Het klinkt misschien wel leuk, product owner, maar misschien is het niet zo goed voor je carrière, omdat je altijd als minder technisch wordt gezien. Zelfs ik, die een eigen programmeertaal heeft gemaakt, wordt nog steeds gevraagd of ik eigenlijk wel technisch genoeg ben daarvoor.”
“Als je je daar niet bewust van bent en niets tegen doet, dan blijft het gebeuren. Zeker 40’ers zoals ikzelf: wij zijn een voorbeeld voor jongere meiden. Besef dus goed: “Is het nu praktisch als ik dit nu doe? Als ik 1 junior onder me heb en ik ga zachtere taakjes doen, wat betekent het dan voor haar positie? Mannen mogen zich er ook bewuster van zijn dat ze zorgen dat mensen niet in een hoek worden gedrukt. Zorg er als teamleider voor dat de taak om notulen te maken roteert. We moeten allemaal samen die context creëren.”
Mooi woorden van een inspirerende heldin uit de tech. Je kunt op Felienne Hermans stemmen eind deze maand als de stemronde voor TechGirl van de Maand opent.
Fotobron: Erik van ‘t Woud