Juliette van der Laarse begon al heel jong met programmeren, maar wilde eigenlijk de mode in. In TechGirl van de Week vertelt ze hoe ze dan toch bij NN Group, bekend van o.a. Nationale Nederlanden en Ohra terecht is gekomen als IT’er.
“Twintig jaar geleden was ik 12 en begon ik met programmeren. Ik vond techniek al heel jong leuk en ik heb het geluk dat ik uit een heel technische familie kom. Mijn oom wat een enthousiast IT-professional die met boeken en licenties aankwam waardoor ik kon leren hoe ik zelf websites in elkaar kon zetten. Zonder die hulp was ik nooit aan programmeren begonnen. Al gauw was ik bezig met SQL, PHP, HTML, maar toen ik mijn studiekeuze moest doen, wist ik het: ik wilde de mode in.”
Huh? Ja, dat dacht ook de vader van Juliette. Hij moest zijn puber, die dacht dat IT maar saai was, gaan overtuigen dat er meer in zit. “Ik had informatica op de middelbare school en haalde hoge cijfers. Mijn vader zei dan ook: ‘Je bent er zo goed in, ga de IT in.’ Maar ja, ik dacht: ik ben 16 en ik wil naar het Amsterdam Fashion Institute. Ik had mezelf zelfs al aangemeld en de intake gedaan, toen mijn vader bedacht dat ik er alleen heen mocht als ik verplicht alle open dagen voor techniekopleidingen zou bezoeken. Dat hebben we gedaan en toen stuitte ik op game development. Het is programmeren, maar dan creatiever, dus dat sprak me enorm aan.”
Van mode naar IT
De mode verdween van het toneel en Juliette startte met een opleiding Game Technology in Amsterdam. “Ondertussen was ik ook freelancer: op mijn zeventiende kon ik me inschrijven bij de KvK (vroeger kon dat niet jonger) en programmeerde ik voor bedrijven. Helaas veranderden de studiefinanciëringsregels toen, en omdat ik hier sterk van afhankelijk was moest ik een keuze maken. Ik stapte meteen over van HBO naar de universiteit, want later overstappen zou qua studiefinanciering niet meer haalbaar zijn. Ik besefte toen dat ik IT makkelijk zelf kon leren en ik had op dat moment een grote interesse in Korea. Ik was game-ontwikkelaar en Korea is groot als het daarom gaat. Ik dacht, een Aziatische taal is dan goed om te leren. Uiteindelijk heb ik Chinees en Japans als avondcursus gedaan en ben ik Korea Studies gaan doen op de universiteit. Ik vond het loei-interessant, mede omdat het veel om Noord-Korea en oorlogsvoering ging.”
Toen er een onderzoeksproject kwam over Noord-Koreaanse slavenarbeid, waarbij NEO4j gebruikt werd en later een analyse van Noord-Koreaanse cyberwarfare, wist een professor Juliette snel te vinden. “Het was echt een andere wereld: dingen die ik in spionnenfilms had gezien, bleken ineens waar. Ik was met dat project bezig voor extra studiepunten en ik fungeerde als de brug tussen IT en de rest van de projectmedewerkers. Ondertussen werkte ik ook nog steeds als freelancer en dat ging steeds beter. Uiteindelijk kreeg ik grotere opdrachten en huurde ik nu zelfs freelancers in. Ik besefte dat ik de kans had een bedrijf op te richten, maar ik moest op dat moment ook naar Korea voor mijn studie. Ik realiseerde me dat ik die kans om een bedrijf op te richten waarschijnlijk niet meer zou krijgen ik heb daarvoor gekozen.”
Dat betekende wel dat Juliette niet verder kon met Korea-studies. “Ik ben toen veel vakken gaan doen uit andere opleidingen en daar heb ik veel van geleerd. Dat wilde ik samen combineren tot een diploma, maar ik kon niet aan de aanwezigheidsplicht voldoen. Ik miste veel doordat mijn vader ziek werd, ook op werk, en qua uitzonderingen werkte het hebben van een bedrijf in mijn nadeel. Aan de andere kant: voor mijn vakgebied heb ik geen diploma nodig als bewijs.”
Reddlock Studios
Haar bedrijf heette Reddlock Studios en dat maakte simulaties en games met trainingsdoeleinden. Het waren AR/VR-games en het bedrijf werd zelfs ingezet in project voor de overheid. “Maar toen kwam AR/VR in een stroomversnelling, waardoor andere bedrijven die het veel simpeler aanpakten met aanzienlijk lagere offertes kwamen. VR werd bijna synoniem aan een 360-graden ervaring in plaats van een interactieve 3D-omgeving die wij aanboden en waar klanten veel meer mee konden. Dat verschil was voor klanten echter niet altijd duidelijk, waardoor ze teleurgesteld bij ons eindigden met een geslonken budget maar de oorspronkelijke wensen. 3D-ontwikkeling is echter vele malen duurder dus dit was voor zowel de klant als voor ons niet realistisch. De sfeer in de industrie werd er niet beter op en ik zag geen reden om door te gaan met iets waar het team ook niet meer blij van werd.”
“Toen heb ik met het team gezeten en zijn we gaan kijken wat we dan konden doen. We vonden allemaal educatie tof en besloten toen ScienceTales: CERN te maken, waarmee we bijna viral gingen. Het was een educatieve mobiele game die natuurkunde-les gaf voor spelers van 12 tot 18 jaar oud met het doel daarbij ook de gap tussen middelbare school en universiteit te overbruggen, die vaak het eerste jaar spenderen om hun studenten goed de basis te leren. Een geweldig project waarvoor we zelfs naar de deeltjesversneller in Zwitserland mochten afreizen.”
Steeds meer organisaties kregen lucht van Juliette en zo stond ze in 2018 bij het Europees Parlement als rolmodel voor meisjes in techniek in hun social media campagne en kwam ze in de Viva 400 terecht, een lijst waarop de 400 meest inspirerende vrouwen staan. “Ik was ineens booming en het ging ontzettend goed. Alleen was wat we deden met ScienceTales té innovatief, waardoor het niet altijd begrepen werd. Corona kwam en de subsidies droogden op, waardoor we het niet meer rond konden krijgen. Ik werkte toen twee dagen in de week bij universiteit Leiden, omdat ik mezelf al een tijdje geen loon meer gaf. Helaas moest ook de universiteit focussen op Microsoft Teams-gebruik (wegens corona) en werd het project waar ik aan werkte stopgezet. Toen moest ik bedenken wat ik dan ging doen.”
NN Group
Juliette besloot om te solliciteren op een baan bij NN Group. Er werd gezocht naar een tijdelijke kracht die leerpaden kon schrijven voor IT. Dat paste natuurlijk perfect in haar straatje. “Het leek me een simpele opdracht en een goede overbrugging voor een half jaar, daarna zou corona toch wel voorbij zijn? Het pakte heel anders uit. Ze hadden bij NN geen tekort aan leerpaden, ze hadden er juist heel veel met allerlei verschillende opgeslagen versies in Word en Excel. Het datamodel waar wij onze prototypen omheen bouwden voor ScienceTales heb ik toen toegepast binnen NN en dat bleek succesvol. Inmiddels staat de interne tool die hieruit voortkwam bekend als de Skill Tree tool en na een fusie met een ander team groeide ik door naar mijn huidige rol als Product Owner Engineering Ecosystems binnen het domein Engineering Enablement.”
Het klinkt wel als een flinke ommezwaai: van de vrouw in charge die de vrijheid had om zelf te bedenken wat te doen naar een vaste baan. “Ik dacht dat dit mijn dood ging worden,” zegt ze lachend. “Maar ik werk voor Group IT, daar staat innovatie voorop, gestuurd door technisch slim leiderschap. En dat is belangrijk voor de cultuur, want als je een goed idee hebt, zijn ze technisch genoeg om dat te herkennen en zo krijg je vrij snel speelruimte. Ik kon hierdoor snel groeien in mijn carrièrepad en het is me alles meegevallen. Bovendien werken we nu alsnog een beetje als een startup binnen het bedrijf; we pitchen nieuwe ideeën, werken met budgetten die we krijgen en kijken hoe het landt bij onze interne gebruikers, de engineers.”
Naast haar werk en de zorg voor haar vader, is Juliette ook erg veel bezig met netwerken. “Ik was al fanatiek bezig bij Women in AI en andere organisaties voor vrouwen in techniek. Binnen NN hadden wij hier nog niets voor, en toen ik een externe samenwerking met Women in AI in gang zette werd mij gevraagd of ik, vanuit mijn ervaring en met mijn netwerk, een intern netwerk voor vrouwen wilde oprichten. Dit wilde ik wel. Ik hoorde al snel dat andere vrouwen binnen NN soortgelijke ideeën hadden, alsof dit concurretie zou zijn. Maar ik vond dat alleen maar mooi, dan konden we samenwerken en er echt iets moois van maken. Dat hebben we ook gedaan en zo is ons eerste bestuur voor NN Women in IT ontstaan. Het was even puzzelen hoe het zit met de corporate structuur en de budgetten, plus hoe zo een netwerk zou werken en welke vorm het zou krijgen, maar nu staat het en dat is mede omdat de organisatie er heel enthousiast op reageerde en we aan alle kanten werden gesteund.” Nu zoeken ze veel de samenwerking op met andere vrouwennetwerken, zoals die binnen Bol, Rabobank, KLM, en ING. Het idee is om zo van elkaar te kunnen leren. “Er zijn wel organisaties voor vrouwen in de IT, maar dat zit vaak aan de randen van de industrie.Door dit ook binnen corporates zelf te activeren kunnen we beter samenwerken met deze organisaties en met elkaar, en samen echt industrie-brede impact maken. We zijn geen concurrentie, we streven allemaal naar hetzelfde doel, en juist door samenwerking en uitwisseling van inzichten kunnen we ontzettend mooie dingen samen doen en bereiken.
Sowieso is samenwerking belangrijk, maar Juliette denkt dat er ook meer algemene bewustzijn nodig is om vrouwen in IT te helpen. “Je bent altijd in de minderheid in de IT. Ik was toen ik met mijn studie begon zelfs de enige vrouw van iets meer dan 100 studenten in mijn jaar. Dat je met veel mannen werkt is opzich niet ‘toxic’, maar dat je een minderheid bent wel. Dus als jij als minderheid wat meemaakt, dan is het altijd jouw stem tegen de rest. Anderen zijn niet per se tegen jou, op een handjevol na, maar ze herkennen het ook niet en daardoor sta je alleen. Als je in de minderheid bent kun je jezelf nooit goed laten horen. En bewustzijn van die verhouding kan veel beter. Daarnaast zijn er veel dingen die je meemaakt als vrouw in de IT, die je in je eentje niet zal herkennen als patroon, tot je dit met andere vrouwen bespreekt. Het vaker onderbroken worden in meetings bijvoorbeeld.”
Feministisch en manlievend
“Ik schrok dat het aantal vrouwen in IT afneemt. In 2022 was het in Nederland nog 21 procent vrouw in de IT, maar in 2023 was dat 19 procent. Nederland staat er zelfs het slechtst voor van heel Europa, terwijl we wel een technische voorloper pleiten zijn. Heel zorgwekkend. Ik ben bang dat we veel geïnternaliseerde bias hebben: je denkt dat je het niet kan, want dat wordt je ook vaak verteld. En het wordt je vaak verteld, omdat mensen een vrouw zien en die associëren ze niet met techniek. Je ontvangt dan vaker negatieve feedback, waarvan je denkt dat het persoonlijk is, maar dat is vaak niet zo. Ik ben me ook heel bewust van de taal geworden die mensen gebruiken. Van vrouwen wordt bijvoorbeeld sneller gezegd dat ze planmatig of creatief zijn, niet per se strategisch en visionair. Maar voor management en CIO-functies is iemand nodig met wie ze de e woorden strategisch en visionair associëren, dus als ze je planmatig en creatief blijven noemen, dan kom je niet in een strategische rol, hoe hard je ook je best doet. Mensen bedoelen het niet kwaad en iedereen heeft bias, ik ook, maar we moeten ons daar gewoon meer bewust van zijn. Ook bijvoorbeeld van het feit dat moeders, vooral single moeders, minder vaak op netwerkborrels komen, omdat ze simpelweg na werk niet kunnen blijven hangen omdat de kinderen dan uit school komen. Hierdoor praten mannen relatief vaker met elkaar, bouwen betere banden op, en denken ze eerder aan elkaar als een kans zich voordoet. Dit is niet met opzet. Zij, en ook de vrouwen die wel aanwezig zijn, e zijn zich er gewoon niet van bewust dat jij daar dan niet bent.”
Juliette is heel feministisch, maar ook manlievend, zegt ze zelf. “Ik heb een goede band met mijn opa, ooms en vader. Ik heb ontzettend fijne mentoren en sponsoren op werk die ook man zijn, ik kijk oprecht tegen hen op, ik leer ontzettend veel van ze, en heb enorm veel respect voor ze. Mijn probleem is dan ook niet met mannen, maar ik ben gewoon boos op het systeem en de cultuur en daar zijn mannen vaker blind voor. Niet omdat ze slechte mensen zijn, maar omdat je als minderheid, in dit geval als vrouw in een ‘mannen’ beroep, sneller geconfronteerd wordt met die raffelige randjes van dat systeem. Daarom is het goed als mannen hier meer bewust van worden en ook leren hoe ze vrouwen kunnen helpen. Als je een vrouw die het woord niet krijgt in een meeting gaat ‘redden’ kan je ook onbewust haar positie ondemijnen. Als je leert hoe je de vrouw in de voorgrond kunt zetten zonder ondermijning, dan draag je veel effectiever bij. Ik wil dan ook heel graag binnen NN een ‘ally’ programma starten, om mannen daarvan bewuster te maken. Juist geïnspireerd door die mannen die ons steunen en aangeven meer te willen doen.” Werk aan de winkel dus, wat Juliette overigens allemaal doet naast haar baan en naast haar vrijwilligerswerk bij The Hague Peace Project, waar ze als kwartiermaker aan een programma werkt waarbij innovatie ingezet wordt voor vrede. Een drukke vrouw dus, maar wel eentje met een duidelijke missie.
Influencer-tip:
Kellie Gerardi, op instagram, is één van de vele influencers die ik volg maar wie mij het meeste opvalt de laatste tijd. Ze is astronaut en helemaal Legally-Blonde chickflick vibes. Ik vind dat echt ontzettend mooi om te zien want die vrouwelijkheid (zoals we ook lekker in de Barbie-film zagen) die mag ook gewoon! En moet ook gewoon welkom zijn.
Boeken-tip:
Lean in | Sheryl Sandberg
Radical Candor | Kim Scott
Women’s Lore | Sarah Clegg
How women rise | Sally Helgesen, Marshall Goldsmith
Imposter Cure | Dr. Jessamy Hibberd
Scary Smart | Mo Gawdat
Morele Ambitie | Rutger Bregman
Zero to One | Peter Thiel
Reality is Broken | Jane McGonical