Wil je zelf een LED spotje inbouwen? We got you covered. TechGirl Nadi legt je uit hoe je zelf gemakkelijk een LED spot kunt inbouwen. Have fun, klusbabe! 💡
Okay, ik loods je vandaag met dit stappenplan door ’t zelf inbouwen van een LED spotje. Het lijkt veel werk (en natuurlijk gaat ’t niet vanzelf), maar geloof me: het is echt zelf te doen! Je hoeft er geen ingenieur of elektricien voor te zijn. En nu we allemaal thuiszitten is ‘aan de klus gaan’ helemaal zo erg nog niet.
1) LED spotje kiezen
Als je je LED spotje gaat kiezen, kijk dan naar de ruimte van de verlichting. Is het binnen of buiten? Wil je een dimbare LED spot of hoeft dat niet? En moet de LED spot ‘warm’ licht uitstralen, of meer neutraal of zelfs ‘koel’? Of ga je voor slimme LED spotjes?
In de woonkamer wil je geen felle, koele kleuren, maar in de keuken zijn dit soort spotjes wel weer geschikt. Bekijk daarom welke functie de ruimte heeft en pas daarop je keuze voor een LED spotje aan.
2) Plek bepalen
De volgende stap is het bepalen van de plek van de LED inbouwspotjes. Ga je aan de slag in de keuken, wil je dan bijvoorbeeld een koof voor de verlichting? En wil je de LED spotjes in de woonkamer: op welke plek en op welke afstand moeten ze dan zijn? Maak een goed lichtplan en kijk hoe jij de ruimte verlicht wil hebben. Houd rekening met een minimale afstand tussen spotjes van 30 centimeter. In de gebruiksaanwijzing van sommige LED inbouwspots staat meestal ook een maximale afstand tussen de inbouwspots.
3) Verzamel je benodigdheden
Je hebt een aantal dingen nodig voor ’t zelf inbouwen van de LED spotjes. Allereerst natuurlijk de LED spotjes, een elektriciteitsdraad met randaarde (zo’n groen-gele draad!), kroonsteentjes, elektriciteitsdraden en een stekker of wandcontactdoos. Optioneel een dimmer, als je die wil hebben. Daar ga ik ’t in dit item niet over hebben. Daarnaast heb je wat gereedschap nodig, zoals een spanningszoeker, potlood, liniaal/meetlint, een gatenboor, (geïsoleerde) schroevendraaier, een striptang (om de buitenkant, de isolatie van een draad, te kunnen strippen) en een kniptang (voor het knippen van de elektriciteitsdraden).
4) Ga je voor serieschakeling of voor parallelschakeling?
Je wil alles waarschijnlijk op één stroompunt aansluiten. Maar kies je dan voor serieschakeling of voor parallelschakeling? Ik leg ’t kort uit. Bij serieschakeling maak je gebruik van één stoomcircuit. Een beetje zoals bij kerstverlichting vroeger: de stroom gaat van ’t ene spotje door naar ’t andere spotje. Is er tussen de spotjes eentje kapot, dan werken de vervolgspotjes ook niet meer. Bij een parallelschakeling lus je de led-inbouwspotjes in meerdere circuits door naar het stroompunt. Je verbindt dan alle positieve en negatieve kanten van de LED inbouwspotjes met elkaar, waardoor de elektriciteit door meerdere stroomcircuits kan lopen. En dat zorgt er dan weer voor dat een kapot spotje het stroomcircuit niet onderbreekt en de overgebleven spots gewoon blijven branden.
En welke kies je dan? Nou, een stukje techniek gaat die keuze voor je maken: de stroomsterkte van je LED-inbouwspotjes bepalen of je de spotjes in serie of toch beter parallel kunt schakelen. Spotjes van 350 mA, 500 mA, 700 mA of 1050 mA moet je bijvoorbeeld in serie schakelen. LED-inbouwspotjes van 12 V, 24 V of 230 V kun je beter doorlussen in een parallelschakeling.
Je hebt je bovenstaand gedaan – en dan? Dan begint het ‘echte’ werk ;-).
⚠️ Schakel altijd de stroom uit voordat je aan de slag gaat met elektriciteit en het zelf inbouwen van je spotjes! In de meterkast vind je een stoppenkast met hoofdgroepen – haal de stroom er tijdelijk volledig af. Met een spanningszoeker kun je vervolgens checken of er nog spanning op de draden staat. ⚠️
5) Uitmeten en voorbereiding
Meet uit waar je spotjes moeten komen, markeer de plekken en gebruik een gatenboor om de gaten in het (verlaagde) plafond te maken. Zoiets wordt trouwens een koof genoemd. Om de LED inbouwspots op één lijn zetten, is het verstandig een laserlijn te richten en dan de plaatsen waar de spotjes komen te markeren. Zo weet je zeker dat je de spotjes perfect recht plaatst. Dan moet je natuurlijk wel een laserlijn hebben, maar vraag eens rond. Vaak genoeg heeft iemand in je kring wel zulk gereedschap in de schuur liggen.
Daarnaast moet je de opbouwwandcontactdoos verbinden met een stroompunt in de ruimte en boven het (verlaagde) plafond plaatsen.
6) Plaats de transformator en sluit de spotjes aan
Bij je LED inbouwspotjes zit een transformator. Dit moet je aansluiten op de opbouwwandcontactdoos. De transformator moet je ook boven het (verlaagde) plafond plaatsen. Het aansluitsnoer van de transformator gaat door het gat naar buiten om daar het eerste inbouwspotje op aan te sluiten. Deze stap herhaal je tot alle inbouwspotjes aangesloten zijn. Dus je haalt het snoer elke keer weer omhoog en bij het volgende gat omlaag.
7) Plaats de houders voor de LED inbouwspotjes
Plaats nu de houders voor de LED inbouwspots in de geboorde gaten. Sluit de aansluitsnoeren eerst aan op de houders en klik dan de houders in de gaten. Hoe dit exact moet, lees je in de gebruiksaanwijzing van de inbouwspots.
Gebruiksaanwijzigingen, handleidingen en meer voor het zelf inbouwen van een LED spotje
Tip! Op www.ledinbouwspotsleds.nl vind je handige handleidingen die je kunt downloaden. Bijvoorbeeld een handleiding met een algemeen aansluitschema en vijf-stappen-plan en een handleiding per led-inbouwspot (en als je hier je LED spotjes aanschaft, heb je meteen de juiste handleiding erbij). Hier vind je ook tips voor een goed lichtplan en vind je extra info over bijvoorbeeld serieschakeling en parallelschakeling.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met ledinbouwspotsleds.nl.
